Les courtes – voie des Suisses
Hemelvaart komt eraan en Jeroen en ik houden al een aantal weken de condities in de gaten in gebieden waar we graag heen zouden gaan. Zo denken we aan de urner alpen (Furkapas, Salbit), de Ecrins, Chamonix en ev. de dolomieten. Nergens lijkt het echt goed te worden, tot dat last-last minute de Franse weergoden ons het meest gunstig gestemd lijken en dat is geen straf.. op naar Chamonix!
Met ’t prachtige ‘Mont Blanc, the finest routes’ boek van Philippe Batoux op schoot besluiten we in de auto wat ’t plan wordt: allebei zijn we nog nooit bij de Argentière hut geweest en erg nieuwsgierig naar routes die we vanuit daar mogelijk kunnen klimmen. De ‘shortlist’ bestaat uit Voie des Suisses op de Courtes (3.856m), het couturier couloir op de Vertes (4.122m) of de Lagarde op de Droites (4.001m). Alle drie elegante beklimmingen via de noordwanden van deze bergen, maar niet via de moeilijkste weg.
Het dorpje Argentière is uitgestorven, maar als we ’s avonds met vlees en bier in een barretje zitten, blijken er toch nog mensen te zijn in het dorpje. Allemaal skiers die na het seizoen zijn blijven hangen. Een vriendelijke Brit regelt sneeuwschoenen voor ons beiden (alle winkels zijn in deze tijd gesloten) en moe van de rit die dag kruipen we diep in de slaapzak op onze ‘vaste’ bivakspot tussen Argentière en Vallorcine.
De volgende morgen is het genieten van de frisse ochtendzon, cappucino, croissant & pain au chocolat en natuurlijk de immens steile bergen om ons heen. Op de compleet verlaten parkeerplaats van de Grand Montets pakken we onze rugzakken, en hoe voller en zwaarder ze worden, hoe meer quotes van Twight ik van Jeroen om mijn oren krijg..de strekking hiervan (alpinism=suffering) lijkt behoorlijk op ons van toepassing als ik onze rugzakken even weeg…pfff, niet te doen! De liften zijn in deze periode even gesloten vanwege onderhoud, dus dat wordt een flink stuk afzien voor de 1.400 hoogtemeters en 6 uur lopen die ons te wachten staan..
Zodra we bij ’t begin van de gletscher zijn, rijzen de noordwanden van bovengenoemde bergen boven je uit. Wat een indrukwekkende en mooie plek is dit. De gletscher zelf is nog grotendeels onder de sneeuw bedolven, maar gelukkig vrij hard omdat het koud is geweest. Sneeuwschoenen blijven op de rugzak.
De Argentière hut blijkt een prima winterraum te hebben, met alle basics die een klimmer nodig heeft (bedden, dekens, kooktafels en sneeuw om te smelten in de directe omgeving). Ondertussen hebben we besloten wat we willen gaan doen: de Voie des Suisses op de Courtes, voor het eerst beklommen in 1938. De route ziet er van een afstand goed uit als we hem met de verrekijker bestuderen. Twee jonge Zwitserse aspirant-gidsen in het winterraum hebben hetzelfde plan, maar willen na afloop de 50-55 graden steile noordoost wand af skiën. Ze vragen of we ’t erg vinden als ze een half uurtje voor ons uit klimmen. Geen probleem uiteraard, ze zullen vast veel sneller zijn en ons anders inhalen.
Om 20u, als de rest van de mensen al ligt te slapen, zoeken ook wij ons bed op. Uiteraard doen we geen oog dicht. Om 21u en om 22.30u komen er nog groepjes mensen binnen, die op de grond gaan liggen snurken. Om 00.30u. 01.00u en 01.30u staan er mensen op en al uren wakker staan wij als de wekker om 02.00u gaat naast ons bed. Jeroen en ik zijn dus niet bepaald in ons beste doen als we onze zak ‘expedition breakfast’ (bedankt Kathmandu Utrecht!) zitten te eten, maar gemotiveerd zijn we!
Om iets voor 05.00u staan we bij de randspleet, de lichtjes van de Zwitsers een paar honderd meter boven ons. Voordeel dat ze boven ons klimmen is dat we hun spoor kunnen volgen waar we het makkelijkst de randspleet over kunnen, nadeel dat er veel ijs naar beneden komt.
We vorderen gestaag, totdat we bij de eerste mixed-achtige lengtes komen en de zon langzaam in de wand schijft…dat hadden we niet verwacht eerlijk gezegd! Het dunne laagje ijs en sneeuw over de steile rotsplaten wordt hartstikke zacht en ’t geeft ons een onveilig gevoel.. alles houdt maar net, dus we besluiten een aantal lengtes uit te zekeren, ook al zijn de mogelijkheden tot het leggen van zekeringen schaars. We hebben 4 cams en 8 ijsschroeven mee, maar het enige wat we kunnen is af en toe een schlinge om een minimaal rotspuntje leggen. Hoe hoger we komen, hoe slechter het wordt. De wand wordt bloedheet, het lijkt wel rotsklimmen in de Calanques!
Na het eerste steilere gedeelte volgt een lang sneeuwveld, wat gelukkig wel in goede conditie is. Snel stampen we er door heen en nog steeds enkele honderden meters boven ons zien we de Zwitsers boven ons uit klimmen. Ik had verwacht dat zij allang uit beeld zouden zijn, maar ook zij moeten (gelukkig) vol aan de bak. Het regent stukken ijs op ons, de warmte zorgt ervoor de jongens net als wij veel weg moeten slaan.
Als we na het sneeuwveld de volgende mixed lengtes in gaan, en ik net een ijsschroef er helemaal in heb gedraaid (zo ongeveer de eerste plek waar dit lukt!), zie ik ineens een lawine op ons afkomen. Dit is meer dan een beetje spindrift en snel klik ik me met nog een extra setje vast aan de schroef en zet me schrap.. Tot aan mijn middel stuift de sneeuw over me heen, en ik ben uiteraard bang dat er stenen meekomen dus kijk goed omhoog wat er aan komt. We hebben geluk en het is alleen maar sneeuw die onder invloed van de zon waarschijnlijk van de rotsplaten ver boven ons afschuift. Als ik naar beneden kijk, zie ik dat Jeroen helemaal onder de sneeuw zit: hij kon zich wat minder beschermen en kreeg de volle lading..
Op een gegeven moment moeten we in een paar lengtes naar links klimmen om in het top sneeuwveld terecht te komen. Deze lengtes kosten ons enorm veel tijd: een laagje ijs van 5 cm dik, dan lucht, en vervolgens rotsplaten zorgen ervoor dat het hier best sketchy is en we ons supergoed moeten concenteren. Al drytoolend vecht Jeroen zich omhoog, vooral voor de punten van de stijgijzers is er weinig houvast. We zijn erg blij als we via een stuk donker ijs eindelijk even een plateautje kunnen maken in de sneeuw en de kuiten weer even rust krijgen 😉
Vanaf hier is het stap voor stap de sporen van de Zwitsers volgen, geen probleem. Wel zweten we ons uiteraard kapot. De tijd tikt ondertussen gestaag door, we hadden allang boven moeten zijn! Al het zekeren heeft ons uren gekost. Nouja, so be it, we zien ’t wel denk ik. No choice. Als ik om 15u de graat opstap, ben ik blij dat ik even wat kan drinken. 10 minuten later komt Jeroen boven, en mijn bedruktheid maakt weer plaats voor energie (in mijn hoofd, van buiten ben ik stil zoals altijd op dit soort plekken, waar je je geen enkel foutje kunt veroorloven). Wat een indrukwekkende omgeving! Rechts van ons de Col de Courtes en erna Les Droites (helaas in de wolken) en boven ons stevent de laatste barrière naar de top boven ons uit, een makkelijk uitziende sneeuwgraat van ca. 50 graden.
De graat kost ons meer tijd dan verwacht omdat we ‘m net als de Zwitsers uitzekeren en om half 5 staan we pas op de top. Om ons heen komen er enorme cumulus wolken op ons af en ik voel me niet bepaald safe daar met aan alle kanten lucht naast mijn voeten. Een helikopter met toeristen vliegt vlakbij ons, hoe fijn zou het nu zijn om met hen mee veilig naar beneden te vliegen gaat er nu door mijn hoofd.. ik heb gelezen hoe lang de afdaling is die nog gaat komen, en hoe geconcentreerd je er moet blijven. Niet aan toegeven Coen, volhouden.. Jeroen ziet het gelukkig zoals altijd rooskleuriger in en dit helpt mij om mijn twijfels opzij te zetten. Wat ben ik blij dat hij ons team -wat we nu al jaren vormen- zo in balans houdt!
Over de afdaling, die heel lang duurde, kan ik kort zijn: 4 tot 5 uur afklimmen met je gezicht naar de wand over een maximaal 50-55 graden steile wand. Saai, maar je moet wel geconcentreerd blijven, een uitglijder kun je je hier niet permitteren. Vol jaloezie denk ik aan de Zwitsers, die dit naar beneden geskied hebben. Zou ik dit zelf al durven? Ik weet ’t niet, misschien roetsjend, in de steilere stukken zou ik geen bocht kunnen draaien…
Eén ding bedenk ik me tijdens het afklimmen wel: de volgende keer gaan echt voor een andere tactiek; namelijk niets achterlaten in de hut (=nog minder meenemen!) en de veel makkelijkere afdaling over de andere kant..
Jeroen daalt als eerste en snelste af en in ’t donker komen we bij de randspleet aan. Heel voorzichtig exploreert Jeroen waar we deze het beste over kunnen steken.. Best spannend, zo in ’t pikkedonker: er is geen maan, alleen onze hoofdlampjes en de sterren. Jeroen lijkt een goede plek te hebben gevonden, tot ik ‘m ineens over het randje zie verdwijnen.. een paar seconden later staat hij als een neergeslagen boxer in de ring aan de overkant van de randspleet. Hij is gesprongen maar hierbij vrij hard met zijn hoofd op het ijs beland. Een bloedneus is het gevolg. Op aanwijzing van Jeroen kom ik gelukkig heelhuids aan de overkant.
Wat nu volgt, is een lange, lange weg over de gletscher terug. Eerst ca. 500hm afdalen over de steilere uitloop van de wand, waar we bijna elke stap kniediep in de sneeuw wegzakken. Supervermoeiend en aangezien ik voel dat er bijna niets meer te verbranden in mijn lichaam zit, gaat het echt langzaam (zeker nu de adrenaline weg is en we op ‘veilige’ grond zijn). Het water in mijn fles is bevroren en de reepjes die ik heb krijg ik droog echt niet weg. Jeroen heeft iets meer over en blijft immer positief, zoals ik van hem gewend ben. Door mijn hoofd gaat een van de quotes van Twight, wiens boek ”Kiss or Kill: confesions of a serial climber’ ik net gelezen heb en een paar dagen geleden op de parkeerplaats nog door Jeroen gememoreerd: ”there is always something left to burn, “even if it’s brain matter” Ok dan, nog even volhouden Coen!
Uiteindelijk weten we na veel op de kaart kijken in het pikkedonker de hut terug te vinden. De hut ligt een paar honderd meter boven de rechter gletsjerbank. Nog niet zo makkelijk als je de weg niet kent en zonder maan, we zitten een paar keer fout. Midden in de nacht, tussen 2 en 3, stommelen we de hut binnen. Een super vriendelijk Frans klimkoppel, die we al eerder uitgebreid hadden gesproken, zit er net te ontbijten voor een volgende klim die dag. We schuiven aan, drinken thee, eten worstjes, en praten. Ze hadden zich zorgen over ons gemaakt, en hadden zelfs geprobeerd de reddingsdienst te informeren maar de telefoon in de hut was kapot (gelukkig deze keer, aangezien het niet nodig was geweest!)
Niet veel later vallen we in een diepe, diepe, slaap, waarna we om een uur of 10 de volgende dag wakker worden en in de zon op het balkon van de hut aan een 5-uur durende sneeuw smelt en bij-eet sessie te beginnen…zo komen we bij van een ‘stevige’ dag klimmen 😉
Ellen
10 juni 2014 at 8:03 PMBloedstollend….maar goed dat we dit lezen nadat jullie veilig terug zijn…..
han duppen
12 juni 2014 at 11:16 AMKlasse!
Henk Sylva
10 oktober 2014 at 9:56 AMAbsoluut top, en zoals bleek geen ideale omstandigheden.
Spectaculair fotowerk.