Hardrock in de dolomieten
Een lange week naar een van de mooiste rotsgebieden in de Alpen, Südtirol!
Het begint zo: na een lange, lange rit uit Nederland komen Jelmer en ik aan op de Sellapas, waar we richting Canazei een prachtige bivakspot vinden voor de nacht. Als Jeroen na een uur aan komt gescheurd (samen met zijn buddy Hef) trekken we de in de beek koud gelegde biertjes open en wordt er gekookt, gegeten, gelachen, gedronken en bijgepraat. Joost komt in het donker aan; het welkomstcomité wacht op de weg met lampjes om hem de weg te wijzen!
De volgende dag staan we om 6 uur op, om van het goede weer in de ochtend gebruik te kunnen maken om een route op de noordwand van de 2e sellatoren te maken. Onderaan de Messner route, een echte klassieker die we graag als opwarmer met z’n vieren wilde doen, staan twee locale jongens heel erg hun best te doen om de instap door te komen. Dat gaat lang wachten worden! Jeroen en Joost besluiten snel de naastgelegen Kasnapoff route in te stappen, Jelmer en ik wachten af en stappen toch de Messner in. De wand is mooi, maar het klimmen is minder mooi (en moeilijk) dan verwacht. Omdat we geen stress hebben in de vrij korte route, besluiten we de andere touwgroep niet in te halen, wat ervoor zorgt dat we het tussendoor vaak fris krijgen door het wachten.. Na een stuk of 8 touwlengtes staan we rond de middag op de top, waar Jeroen en Joost ook net zijn aangekomen. Met z’n vieren genieten we van het geweldige uitzicht op o.a. de Langkofel en de Pordoispitze. Tijdens het naar beneden lopen krijgen we het dan toch voor onze kiezen, regen en wind zorgen ervoor dat we zo snel als we kunnen richting de sellapas rennen!
Diezelfde middag vertrekken we richting Cortina, waar de CEAT meeting van de NKBV plaats vindt. We vinden een goede spot op camping Olympia, en maken plannen voor de volgende dag.. namelijk sightseeing in Cortina en uitslapen. Het wordt namelijk slecht weer de volgende dag. De hele dag zitten we op overdekte terrasjes, drinken birra’s en koffie en slenteren een stuk of 10 keer door de verregende hoofdstraat van het mondaine alpendorpje.
De volgende dag is er nog steeds geen stabiel weer, maar het is wel droog, dus de Cinque Torri staan op het programma! Bijna alle andere NLe deelnemers aan de CEAT meeting klimmen hier ook vandaag, ware het niet dat wij een stuk later op zijn gestaan en dus pas beginnen te klimmen als zij al weer bijna beneden zijn. Jelmer en ik klimmen de Via Finnlandia (6b, 5 touwlengtes) en Joost en Jeroen de Diretta Dimai (6a+, ca. 5/6 touwlengtes), die ik enkele weken eerder al had gedaan. In no time staan we op de top, dalen we af en drinken cappuccino bij onze broodjes op het terras van de dichtbij gelegen hut. We besluiten terug te gaan naar de Torre Grande voor een route die naast ons geklommen werd door drie locals, een naar zeggen 7b(+) van 4 lengtes, volledig uitgerust met boorhaken. Jelmer klimt de eerste lengte (6b), ik de tweede (6c+) en daarna volgt een lengte door een flink dak heen, die 7b moet zijn. Jelmer klimt ‘m voor en heeft een paar bloks nodig, en ik na klimmend uiteraard ook. Later blijkt dit maar een 7a te zijn…domper 🙂 Het is wel heel mooi klimmen! We besluiten om later terug te komen voor een redpoint beklimming, het is mooi geweest voor vandaag.
De volgende dag gaan we vroeg uit de veren, om naar de befaamde Drei Zinnen te rijden. Jeroen en Joost willen graag de ultieme klassieker ‘Gelbe Kante’ (6a+, ca. 14 touwlengtes) klimmen, Jelmer en ik een route op de naastgelegen zuidoostwand van de Kleine Zinne: ‘ötzi trifft yeti’ (2x 7a+, 3x 6c+, 2x 6b en de rest makkelijker, deels zelf af te zekeren).
Onze topo blijkt echter zo onduidelijk dat we de verkeerde route instappen.. Na een paar lengtes denken we in ‘Gelbe Mauer’ te zitten, in 1996 geopende door Kurt Albert en Stefan Glowacz en ook 7a+ max. De rots is zeer brokkelig, de runouts zijn groot en we klimmen langzaam omdat het allemaal erg hard is. Gelukkig gaat het haulen erg snel en efficiënt en genieten we stiekem best van het klimmen en de ambiance. Joost en Jeroen zitten ondertussen al een stuk hoger, om de hoek van de Kante, en ze zijn alleen in hun route. Erg bijzonder voor zo’n populaire klassieker!
Het klimmen wordt steeds harder en we gaan eigenlijk te langzaam om voor het donker terug te zijn als we verder gaan. Daarnaast is de rots ontzettend los, we trekken vele grepen los, en vinden het daarom behoorlijk tricky. Na 6 uur besluiten we weer ab te seilen en deze route voor nu te laten wat ie is. De wind is opgestoken en tijdens het abseilen komt uiteraard een van de touwen nog even goed vast te zitten…met de kou is in ons lichaam staan we om 15.30u weer op vaste grond.
En wat blijkt…als we de laatste dag van deze trip gaan sportklimmen, spreken we twee Italianen die ons vertellen waarom het allemaal zo los zat en hard aanvoelde.. we zijn in de route ‘Prima Ballerina’ (7b) gestapt in plaats van ‘ötzi trifft yeti’ of de ‘Gelbe Mauer’. Die route is pas in 2012 geopend en waarschijnlijk nog maar weinig geklommen.. Shit, hadden we maar de goede instap gekozen!
Bij de hut worden we omringd door hordes Italianen die ons vragen of wij degenen zijn die ze in de wand zagen hangen. We delen nog net geen handtekeningen uit, maar het scheelt niet veel, haha 😉 Om 17u stuurt Jeroen een sms’je dat ze op de top zijn en gaan afdalen.. omdat ik zelf de afdaling enkele weken geleden heb gedaan (6x 20 meter abseilen en daarna door een steil sneeuwcouloir naar beneden, gevolgd door een heerlijke puin-ski-sessie), weet ik dat we nog wel een biertje kunnen bestellen voordat ze hier zijn.. Met zijn vieren vieren we die avond het succes van J&J met een rijk belegde pizza in Misurina.
De volgende dag brengt wederom slecht weer, tijd om eens mee te gaan fietsen met Joost en Jeroen, die enkele weken eerder resp. zilver en goud reden in de zware wielerklassieker La Marmotte. Voor het eerst op een wielrenfiets voor mij, gaaf! We fietsen iets ‘kleins’, 40km en 800hm, en worden drijfnat tijdens een hoosbui op de afdaling.
Op vrijdag besluiten we wederom vroeg op te gaan, om van de voorspelde regenvrije ochtend gebruik te maken op de Tofana di Rozes. Fedor haakt aan bij Joost en Jeroen, ze klimmen de Sudpfeilerkante (5e graads max., ca. 12 lengtes). Jelmer en ik klimmen de mooie route ‘il vecchio leone e la giovane fifona’ (6c+/7a) geopend en behaakt door de Italiaan Massimo Da Pozzo. Prachtig klimmen op vaste rots, vaak maar 3 boorhaken per lengte, weinig mogelijkheden voor eigen protectie, maar leuk. Tot dat de hemelpoorten worden opgezet en wij gelukkig al met cappucino en taartje bij de hut zitten te lunchen. Joost, Jeroen en Fedor worden helaas tijdens het naar beneden lopen drijfnat…
De laatste dag, zaterdag, brengt wederom non-stop stromende regen, maar op aanraden van Harald rijden we naar het sportklimgebiedje ‘Scheweg/Franzi’, waar het in de grote overhang prachtig (droog) klimmen blijkt. Een mooie afsluiter van een week waarin we niet onze van te voren uitgekozen grote doelen konden klimmen vanwege het weer (de Hasse Brandler op de Grosse Zinne en de Vinatzer/Messner op de Marmolada-zuidwand..), maar waarin we er alles uit hebben gehaald in de tijd dat het wel droog was. Kan niet wachten op een volgende keer! Jelmer, Joost, Jeroen, de CEAT en andere NL-ers die erbij waren, bedankt!
Hieronder nog een aantal foto’s van twee routes die ik in Juni klom in de dolomieten, de Diretta Dimai op de Torre Grande en de Gelbe Kante op de Kleine Zinne:
No Comments