Joie de vivre in La France
Deze zomer had ik in juli tijd om een week in het nationale park des Ecrins en in augustus nog een week in het Mont Blanc massief door te brengen. Niet veel, voor iemand die het liefste altijd in de bergen is, maar het was erg geslaagd. Want ik was met goede vrienden en heb heel wat avontuurlijke meters gemaakt. Hieronder een overzicht van de verschillende alpiene rotsroutes die we deden – of probeerden 🙂
Le Feu Sacré, Tour Termier (3.070m, ED, 290m, 7a max)
Samen met Job van Hemert & Jelmer Pelt op de eerste dag na onze aankomst in de Ecrins. Het was drukkend warm in het dal, dus we moesten de hoogte in, het liefste zonder naar een hut te moeten eerst (de dagen erna was regen voorspeld). Parkeren deden we vlakbij de Col du Galibier en daarna nog 3 kwartier lopen naar de instap via een lang horizontaal pad. De route viel eerlijk gezegd een beetje tegen. Niet continu en weinig moeilijke passages. De 7a lengte bestaat feitelijk uit 2 lastigere pasjes. Hetzelfde geldt voor een 6c lengte iets erna. Wel een prachtig uitzicht en moeiteloze abseil, Leuke dag buiten!
Attaque à main armée, Sialouze (3.576m, TD+, 350m, 6c+ max)
Hoogtepunt van de week. Prachtig klimmen op graniet van hoge kwaliteit. Zulke vaste rots verwacht je echt niet in dit hoogalpiene terrein!
Vanuit de Refuge du Sele is het zo’n 1,5u lopen naar de instap (wij deden er de eerste keer echter veel langer over, omdat we een verkeerd paadje namen). Ik klom met Jelmer achter Job & Guus aan. Volledige focus op het klimmen dus. De mooiste lengte was wat mij betreft de 3e. Niet de moeilijkste, wel lekker steil met goede grepen. Ook de 6c+ lengte en de 6c plaat erna zijn erg mooi. En ik kon de hele route flashen, wat ik niet verwachtte van de 6c plaat.. Tijdens het abseilen werd het behoorlijk chilly door de wind, en was het extra koud omdat we met z’n vieren waren en dus veel moesten wachten. Was een beetje afzien dus, type II plezier.. Ook is 1 van mijn strengen touw kapot gegaan in een van de laatste abseils. Waarschijnlijk vanwege de wrijving over een (afgeronde) rand en omdat het al wat ouder was. De dag erna zijn Jelmer en ik dus even vanuit de hut naar beneden gerend om een nieuw touw te kopen.. goede conditietraining, in 1:50 (waar 3 uur voor staat) waren we weer boven, niet slecht voor ons als 30+-ers 😉
Le grand sabre et le petit couillon, Pic du Coup de Sabre (3.699m, TD, 350m, 6b+ max)
Deze berg links van de Sialouze is iets hoger en ziet er mooi en steil uit. Ook het gidsje maakt nieuwsgierig, het vermeldt dat het eerste deel van de route graniet is, en het tweede deel gneiss. Ca. 13 lengtes klimmen brengen je naar de top, vanaf het hoogste punt van de gletsjer. Achteraf hoorde ik dat ie niet vaak wordt gedaan.
..en eenmaal op de berg zelf, komen we er snel achter waarom. De rots is alles behalve vast. We moeten met twee touwgroepen heel goed oppassen om niets naar beneden (op elkaar) te gooien. Gelukkig gaat dat goed en kunnen Jelmer en ik om een uur of 3 in de middag genieten van het uitzicht richting de Glacier Noire, Ailefroide Orientale, Barre des Ecrins etc. op de top. Job en Guus zijn dan al een tijdje aan het abseilen. Achteraf een goed idee dat wij wat langzamer klommen en later op de top waren; tijdens het abseilen veroorzaken we best veel steenslag. We zijn blij dat we de mannen al over de gletsjer uit de gevarenzone zien lopen!
Ventre à terre, Sialouze (3.576m, TD, 350m, 6a max)
Leuke cooling-down route samen met Job, op de laatste dag. In een lekker snel tempo klimmen we deze route en genieten van het uitzicht en de goede wrijving op het mooie graniet. Mooiste lengte is een 5c- steile plaat met knobbels en een technische traverse. Stevig voor de graad! Als we om een uur of 6 ’s avonds met onze volgestouwde rugzak en haulbag de camping van Ailefroide opsjokken, zijn we blij dat de schoenen uit mogen.. Aardig kapot ben ik na de lange dag (en een week zonder echte rustdag). Maar wat jammer dat we al weer weg moeten, het wegrijden de volgende dag doet pijn!
Voie normale, Aiguille de la Republique (3.305m, D, 650m, 6c+ max)
In augustus zijn de condities in Chamonix -zoals de hele zomer- onveranderd goed en rijd ik naar Chamonix, waar Jeroen van Ommen al is. Die eerste avond hebben we veel te bespreken, klimavonturen van de afgelopen weken en plannen voor de komende week. Burgers en bier dus. De dag erna lekker uitslapen, inkopen doen en de tas inpakken, waarna we om ca. 15u de Montenvers trein omhoog nemen naar de Mer de Glace. Deze grote gletsjer wordt ieder jaar minder gletsjer en meer morene, ik houd mijn hart vast hoe het hier over 10 jaar uit ziet..
De tassen zijn flink, want we willen een aantal nachten buiten gaan slapen in de buurt van de Envers hut (veel mooie bivakplekken hier). De lange ladders die richting de hut kosten ons dus de nodige zweetdruppels..
Ons plan is om de eerste nacht niet bij de hut te slapen, maar de romantiek van een rotsrichel op te zoeken. Bij ons in de buurt lopen nog 3 fransen die hetzelfde willen doen, gelukkig halen we ze in en besluiten zij om om te draaien. Ze vertrouwen het waarschijnlijk niet dat de bivakplek groot genoeg is als ze er als laatste aankomen. Onze tactiek van snel lopen en fit overkomen helpt, we hadden hier al op gehoopt 😉
Om een uur of 6 zijn we de grote bergschrund op de Trélaporte gletsjer gepasseerd en stappen we de (natte) eerste lengtes van de route in. Het is dezelfde weg die iedereen neemt voor de klassieke Grepon Mer du Glace route en voor de Aiguille de la Republique, die wij willen gaan klimmen.
In voornamelijk lopende zekering bereiken we onze slaapplek, waar helaas al twee andere klimmers zijn die de beste plekken hebben geconfisqueerd. Fijn dat de Fransen al zijn omgekeerd, er is met z’n vieren niet veel slaapplek meer over! In onze slaapzak eten we in de schemering onze Adventure Food zakjes leeg, en proberen daarna in slaap te komen..
De volgende dag worden we wakker door stemmen; de eerste klimmers voor de Grepon komen al in de buurt van onze ledge! We hadden het zetten van de wekker aan onze mede-bivakkers overgelaten, maar die zijn gewoon blijven liggen.. Snel zetten we koffie en tijdens het ontbijten binden we ons al in, om straks niet achter anderen te hoeven klimmen. Dat lukt gelukkig, en de touwgroepen die omhoog komen, gaan allemaal voor de Grepon. Een stuk lager klimmen een aantal touwgroepen voor de Republique, horen we van ze: goed nieuws! Het eerste stuk wat volgt, is voornamelijk aan lopende zekering te klimmen, je klimt door een heel breed couloir en je hebt hier eindeloos veel mogelijkheden om omhoog te klauteren. Een paar keer klimmen we ons vast, maar eigenlijk gaat het best prima. Ook voel ik dat ik nog niet geacclimatiseerd ben, maar heb geen hoofdpijn e.d. Hoe hoger je komt, hoe moeilijker het wordt en op een gegeven moment gaan we over tot het aantrekken van wrijvingsschoentjes en het uitzekeren van lengtes. Het route verloop is niet heel straightforward, dus we moeten af en toe flink zoeken.
En dan staan we voor de laatste lengte, een 6c+ plaat, die zo goed behaakt is dat ie ook A0 (aan de haken trekkend) te doen is. Ik ga uiteraard voor de ‘onsight’. Met mijn cobraa’tjes kom ik ver, maar dit zijn natuurlijk niet de juiste schoenen voor zo’n lange route, ze geven te weinig stevigheid en mijn voeten doen al pijn, dus ik trek het niet om op de miniscule treetjes te blijven staan op 3/4 van de lengte, en laat los. Jammer! Jeroen doet het erg goed en komt in een keer boven.
Wat een prachtig moment, om je op de top op een vierkante meter plateau te hijsen, aan de andere kant de ijzige noordwand van de Grand Charmoz in te kijken en Chamonix te zien liggen!
De afdaling is lang. Veel afklimmen, abseilen en stukjes lopen, maar om een uur of 6 zitten we aan de voet van de gletsjer, diep weggedoken in onze donsjacks te genieten van wederom een heerlijke maaltijd uit een zakje 🙂
Le soleil a rendez-vous avec lune, Grépon (3.482m, TD+, 850m, 6b max)
De volgende dag worden we om 4 uur gewekt door onze wekker. Ik heb zonder reden superslecht (=eigenlijk niet) geslapen. Echt vrolijk ben ik dus niet -en dat is een understatement- als ik in de kou van de nacht mijn ontbijtpap naar binnen zit te werken..
Ons plan is Le soleil a rendez-vous avec lune, de langste route van de Envers (25 lengtes). We starten erg langzaam op (opstaan, eten, lopen), maar zodra we beginnen te klimmen gaat alles redelijk goed. De randspleet is nog prima te doen. Er zitten twee Fransen en twee Polen een paar lengtes hoger voor ons. In ieder geval de Polen gaan by all means omhoog en beide touwgroepen zijn vrij snel. Wij moeten goed ons best doen om in de buurt te blijven, en moeten daarom ook regelmatig route zoeken. De haken zijn spaarzaam en de route verloopt over allerlei vervelende technische platen. En dat terwijl er ook mooie spleten/makkelijker terrein 2 meter naast loopt, een beetje gezocht dit! Eigenlijk geniet ik niet echt van de route, wat waarschijnlijk door vermoeidheid komt.
Na een lengte of 9 steken we een sneeuwcouloir over. Nog geen 5 minuten nadat we deze over zijn, breekt er een stuk sneeuw hoger in het couloir af, en dendert met veel geweld naar beneden. Er vliegt een behoorlijke steenlawine met natte sneeuw over de plek waar wij even daarvoor nog klommen.. We staan er niet echt bij stil, maar gaan verder (achteraf reflecteer je pas over dit soort dingen..). Even later vliegt er ook nog een pickel langs, afkomstig van een van de Fransen (die aan de noordkant af gaan dalen en daarom pickel en stijgijzers mee moesten nemen). Gaat goed hier!
Een handvol lengtes later schatten we de tijd in die het nog gaat kosten om boven te komen. We zouden om een uur of 7 boven kunnen zijn denken we, en dan tijdens de afdaling wel zien of we moeten bivakken (we hebben een warme jas en bivakzak bij ons) of door kunnen gaan. De weersvoorspellingen zijn echter regenachtig voor de dag erna. En we voelen niet de psyche die je nodig hebt om een dergelijke lange route te voltooien. Tot nu toe was het niet echt mooi klimmen, om eerlijk te zijn, en de vermoeidheid (en dus het gebrek aan doorzettingsvermogen) speelt een rol. We zien wel dat het hierna mooier/steiler lijkt te worden, maar goed.. Genoeg redenen/excuses verzameld om het af te blazen. En dat is wat we doen. Abseilen maar.
Bij de hut drinken we bier en zitten we in de zon. We horen de laatste weersvoorspellingen: het slechte weer komt al eerder, namelijk vannacht. Blijven we hier (buiten) overnachten of dalen we alvast af naar Montenvers? Na enige tijd besluiten we om het laatste te doen. We kunnen daar overdekt buiten slapen, en hoeven dan morgen niet door de regen terug te lopen.. Wat volgt is een warme en zware afdaling, waarbij vooral de ladders van de gletsjer naar het Montenvers station weer genieten geblazen zijn..
Samen met ca. 10 andere ‘clochards’, uit alle hoeken en windstreken van het gebied naar Montenvers gekomen, eten en slapen we onder de overkapping van het treintje. Wat fijn dat het dan ’s ochtends vroeg ook echt regent! 😉
Voie Contamine, Pointe Lachenal (3.613m, TD, 250m, 6b max)
Na twee dagen slecht weer in het dal, pakken we de lift omhoog naar de Midi, op ca. 3.800m hoogte iedere keer weer een attractie. Mark, Jeroen en ik gaan kijken bij de instap van de Gervasutti pijler en willen daarna een van de routes op de Lachenal klimmen.
Aan de late kant gaan we omhoog en dalen de graat af. Na ca. 1,5u lopen staan we bij wat we denken dat de Gervasutti pijler is. We hebben 1 fototopo op onze telefoons en de (wederom onbruikbare) Topoguide topo. We zijn het alledrie eens: dit moet hem zijn, de Gervasutti pijler! Een enorme fout, blijkt later. Wat ontzettend stom dat we ons niet beter verdiept en topo’s gezocht hebben in het dal.. Rustig zitten we op de gletsjer en bekijken de enorme pijler. We lopen zelfs tot vlakbij de seracs bij de ‘instap’.
Daarna lopen we op ons gemak naar de zuidwand van de Lachenal, die zo’n 500m verderop ligt. We stappen de Voie Contamine in en klimmen tot een uur of 4/5, wanneer de schaduw (en de kou) over de wand valt en we terug moeten voor het eten in de Cosmiques hut.
(NB: vermijd deze tent, slecht eten, onaardig personeel en duur)
Pillier Gervasutti, Mont Blanc du Tacul (4.248m, TD, 900m, 6a+ max)
De wekker staat weer vroeg.. In de snijdende kou staan we om half 5 ’s ochtends onder de Mont Blanc du Tacul. Ook Wouter de Vries is aangehaakt, ’s avonds kwam hij vanuit het dal naar de Cosmiques hut. Zodra de schemer inzet, trappen Jeroen en Mark af. Wouter en ik wachten op veilige afstand van de seracs tot zij de eerste lengte geklommen hebben. Even later klim ik de eerste lengte voor, over enorm los, gruizig graniet. Met handschoenen aan klimmen we een lengte of 5, waarna we overgaan op lopende zekering. Het is op eieren lopen hier, zo verschrikkelijk los en tricky. Maar het besef dat we fout zitten komt pas veel later, als Jeroen links van ons, op een andere pijler een touwgroep ziet klimmen. We slaan onszelf bijna letterlijk voor de kop. Hoe stom zijn we geweest dat we deze fout gemaakt hebben. Ik had zo enorm veel zin om deze route te klimmen en bereid me altijd zo goed mogelijk voor! We denken na over onze opties en proberen via onze telefoons een topo te vinden. Helaas niet genoeg bereik.. Doorklimmen op deze pijler, de Bocalatte, lijkt ons niet slim omdat het risico dat we ons hoger vastklimmen zeer aanwezig is. Deze pijler schijnt bijna nooit gedaan te worden en wij snappen wel waarom.
Schoorvoetend besluiten we af te dalen en de tijd te nemen om dit zeer voorzichtig te doen. En zo geschiedde. We laten veel schlinges en touwtjes achter om abseilpunten te maken, en om een uur of 3 staan we weer op de gletsjer. Op naar de kabelbaan van de midi, via de cosmiques hut om spullen op te pikken. Een flinke deceptie die te vermijden was geweest, maar wel een ervaring rijker.. Tot snel, Chamonix!
No Comments